Zet een raam of een deur wijd open, doe alle lampen uit, verlaat de kamer of blijf heel stil zitten. Gewoonlijk vertrekt de vleermuis uit zichzelf na een kwartier tot een half uur
Lukt dat niet neem dan contact op met een vleermuiswerker bij u in de buurt. Op vleermuis.net vindt u meer informatie. Hier kunt u ook de contactgegevens van een vleermuiswerker bij u in de buurt vinden (per provincie). Klik hier voor de provincie Groningen of ga direct naar de website van de opvang (Adorp).
U mag er ook een bakje over zetten (zodat hij afgeschermd is voor dieren en mensen) terwijl u op een vleermuiswerker wacht.
In Nederland komt Rabiës zelden voor. De afgelopen 40 jaar zijn er in Nederland 5 mensen overleden door hondsdolheid . Al deze patiënten raakten besmet in het buitenland. In West-Europa wordt een minder besmettelijke variant van het rabiësvirus vaak in vleermuizen gevonden. Dit leidt zelden tot besmetting bij mensen. Maar alert zijn is altijd goed.
Neem gerust contact met ons op voor meer informatie. Of kijk op vleermuis.net.
Als u gekrabd of gebeten wordt door een vleermuis, moet u de wond langdurig wassen onder stromend water. Daarna moet u zo snel mogelijk medische hulp zoeken. U krijgt dan, afhankelijk van de wond, vaccinaties en/of antistoffen toegediend. De antistoffen zijn niet verkrijgbaar bij de apotheek. Deze moeten besteld worden, waarna ze per koerier naar uw huisarts (of huisartsenpost) gebracht worden.
Wij of de opvang (Adorp) kunnen u advies geven over de beet en het soort vleermuis.
Als uw huisdier gebeten is door een vleermuis, raadpleeg dan een dierenarts.
- De kraamperiode voor de meest voorkomende dwergvleermuizen (kleine fladderaars) is in mei-juni. De vrouwtjes voeden de jongen vier weken met melk en daarna vertrekt de hele groep binnen een week en komt dat jaar ook niet meer terug. Kleine vleermuizen zijn dus niet langer dan ca. 6 weken in de spouw aanwezig. Grotere vleermuizen kunnen tot juli-augustus blijven omdat de jongen meer tijd nodig hebben om volwassen te worden.
- vleermuizen ‘hangen’ alleen in bestaande ruimten: ze maken zelf geen ruimten, knagen niet aan materialen en maken geen nest;
- vleermuizen brengen geen parasitaire ziekten over op mensen of huisdieren: vleermuizen hebben wel parasieten (bijvoorbeeld vleermuisluizen) maar deze zijn zo aangepast aan vleermuizen dat ze niet in u of uw huisdier geïnteresseerd zijn;
- vleermuizen planten zich langzaam voort: vleermuizen krijgen slechts 1 jong per jaar, waardoor een kolonie dus ook maar langzaam groeit;
- vleermuizen verspreiden zelden een geur; alleen als een grote kolonie een nogal ongelukkige plek uitkiest als kolonieplaats kan geuroverlast voorkomen.
Als de vleermuizen behalve de poepjes geen andere overlast veroorzaken is een vleermuisvriendelijke oplossing eenvoudig: vleermuispoepjes zijn gemakkelijk op te vegen en kunnen in de tuin gegooid worden als mest (‘Guano’).